Het is altijd lastig bij samengestelde werkwoorden (dus bij afkomen op) om te bepalen welke delen je nu wel en niet samen moet voegen: waar hoort de spatie in er + op + af + komen? In dit geval komt de spatie na op en wordt het dus erop afkomen.
Wil jij een boek met de 150 meest gemaakte fouten in de Nederlandse taal (ong. 200 pagina’s)? Klik hier voor een voorproefje! Voor een e-book betaal je slechts € 5,-. Wil je een geprinte versie gratis thuisgestuurd krijgen? Dan bedragen de kosten € 19,50. Mail me op info@deschrijfdokter.com of app me op 06 – 14 87 45 86.
Waarom erop afkomen
Dit komt doordat deze vervoeging is afgeleid van het werkwoord afkomen op. Hieraan zie je dat af bij het werkwoord komen hoort. Er en op horen ook aan elkaar. Dat heeft met de regel te maken dat bij combinaties van er met een voorzetsel en een werkwoord de voorzetsels die niet bij het werkwoord horen aan er worden toegevoegd. Excuses voor de lastige zin, maar de uitleg kan even niet anders. Hetzelfde is het geval bij andere werkwoorden met een dergelijke opbouw: erop afrennen, erop afstappen, etc. Natuurlijk hangt het van de opbouw van de zin af of de woorden daadwerkelijk aan elkaar kunnen worden geschreven. Bijvoorbeeld:
- De uitverkoop was zeer succesvol. Er kwamen veel mensen op af.
- De politieagent was er meteen op afgestapt.
- Heb je gezien hoe hij erop afrende?
Eropaf aan elkaar
In de uitroep Eropaf! is geen werkwoord te bekennen. Dat is de reden dat deze woorden aan elkaar kunnen worden geschreven en dus één geheel vormen. Daarom wordt ook af aan erop gekoppeld.
Heb je vaker problemen met dit soort taalkwesties? Meld ze dan gerust aan De Schrijfdokter. Wij bekijken je vraag en geven je binnen 24 uur een reactie. Ook kun je ons benaderen voor een offerte. Gebruik hiervoor ons offerteformulier. De Schrijfdokter volgt altijd de regels en richtlijnen van het Genootschap Onze Taal in Den Haag.